Bipolaire stoornis wordt gekenmerkt door stoornissen in de stemming en het activiteitenniveau van de vrouw met episodes van hypomanie/manie en een depressieve stemming.
Tijdens episodes van hypomanie/manie kunnen zij een verhoogde stemming en verhoogde energie en activiteit laten zien.
Tijdens episodes van depressie laten zij een depressieve stemming, verminderde energie en activiteit zien.
Vrouwen met een voorgeschiedenis van een bipolaire stoornis hebben 20% kans op een ernstige terugval na de bevalling. Ook hebben zij een nog hoger risico (bijna 50%) op het ervaren van een stemmingsepisodes in de postpartumperiode, inclusief niet-psychotische zware depressies. Het risico op het ontwikkelen van postpartumpsychose neemt toe tot 50% bij vrouwen met een diagnose van een bipolaire stoornis, of een familiegeschiedenis met bipolaire stoornissen (moeder of zus met postpartumpsychose).
Voor vrouwen met de diagnose van een bipolaire stoornis, is er de afweging om door te gaan met medicatie tijdens de zwangerschap. Zij moeten de risico’s van de onbehandelde ziekte afwegen tegen de risico’s van blootstelling aan medicatie. Abrupt stoppen met medicatie wordt geassocieerd met een verhoogd risico op een terugval.
RCPsych Patient Information Leaflet
1. American Psychiatric Association (APA). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: DSM-5, 5th ed. Arlington, VA: American Psychiatric Association; 2013
2. Munk-Olsen T, Laursen TM, Mendelson T, Pedersen CB, Mors O, Mortensen PB. Risks and predictors of readmission for a mental disorder during the postpartum period. Arch Gen Psychiatry 2009.